Suzan brengt de zomervakantie door bij haar oma, want haar moeder Connie is als oorlogsverslaggever naar Syrië.
Vlakbij het huis van oma is een tijdelijk AZC gekomen, een tentenkamp. Eén meisje valt op. Ze draagt bijzondere kleren, ze lijkt een sprookjesachtige zigeunerin. Suzan is meteen gefascineerd door haar, tot ongenoegen van vriendinnen Joke en Simone. Zij vinden de nieuwe kinderen indringers, en zoeken liever ruzie dan nieuwe vrienden. Maar Suzan trekt zich daar niets van aan en gaat steeds vaker op pad met Rana. Rana vertelt voluit over haar zigeunerleven in Syrië. Suzan laat haar de mooiste plekjes zien en Rana komt gezellig mee-eten bij oma. Er ontstaat een intense vriendschap.
Op een nacht krijgt oma een telefoontje: Connie is verdwenen in oorlogsgebied. Suzan is radeloos. Maar dan blijken Rana en Suzan meer overeenkomsten te hebben dan alleen dezelfde lievelingssmaak ijs en helpen ze elkaar in hun zomer zonder mama.